Armoede een beleidsfoutje
Dalende armoede blijkt een beleidsfoutje te zijn.
Op Prinsjesdag kwamen de laatste twee jaren vele miljarden voor de lage inkomens.
Er is door het Centraal Plan Bureau een berekening gemaakt als er geen maatregelen zouden worden genomen, de armoede zou toenemen. De regering heeft daarop flink op ingezet.
In 2023 kreeg men te maken met de energie toeslag en de verhoging van het minimumloon en daaraan gekoppeld de uitkeringen.
De armoedecijfers
Het aantal mensen in armoede in 2025 zal gaan teruglopen van 780.000 naar 715.000 volgens de laatste prognose van het Centraal Planbureau. Deze groep moet rondkomen van minder dan
€ 1627,= per maand. Het aantal kinderen dat momenteel opgroeit in armoede is licht aan het dalen. Er waren er 155.000 en dit gaat nu naar 145.000.
Kabinetsplannen
In februari 2024 was de verwachting dat de armoede iets zou toenemen in 2025. De bijstand stijgt niet mee met de algemene welvaart wat gaat stijgen. Dit is een oud patroon. Op dit moment is de bijstand 30% achtergebleven in verhouding tot de algehele welvaart.
Beleidsongelukje
Het is nu de vraag of deze voornemens Prinsjesdag halen. Dat de armoede daalt was in de eerste instantie geen optie en doel van het huidige kabinet. Het vorige kabinet was hierin veel ambitieuzer en streefde naar een halvering van de armoede tussen 2015 en 2030. De kinderarmoede zou gehalveerd worden tussen 2015 en 2025.
Afhankelijkheid blijft
Armoede betekend niet alleen financiële zekerheid. Armoede omhelst veel meer dan dat. Gezinnen leven net boven de armoedegrens, maar leven wel in wellicht verouderde en slechte woningen, zorgkosten. De ouders werken, maar moeten rondkomen van het minirumloon. Daardoor ontstaat er nog voor de kinderen nog steeds kansongelijkheid op school.
Door het foutje in het beleid daalt de armoede, maar men is er nog lang niet.